‘Onvergelijkbaar’ noemt Emily Wahome-Heesen de wijkzorg en wonen met zorg. Als tweedejaars leerling heeft ze een jaar in Dinxperlo in de wijkzorg gewerkt, inmiddels werkt ze alweer een aantal maanden in De Lindenhof in Vorden. ‘In de thuiszorg ben je meer eigen baas, hier werk je nauwer samen binnen je team. Onze huiskamer geeft een soort thuisgevoel voor bewoners en medewerkers. Dat is belangrijk.’
Voordat ze de zorgopleiding ging doen, werkte Emily (40) al zes jaar bij oudere mensen thuis in de huishouding. Daar zag ze hoe zij ook zorg kregen. ‘Dat wilde ik ook, de ouderenzorg in. En ik heb geen spijt van mijn keuze, ik ben gelukkig met mijn werk. Ik houd van mensen helpen en als ik een glimlach terugkrijg, geeft mij dat echt voldoening. Het is dankbaar werk. Bovendien voel ik binnen Sensire voldoende vrijheid om mijn werk op mijn manier te doen. Ik kan doen wat ik denk dat goed is voor de klant.’
In de wijkzorg was ze gewend dat de klant veel meer regie had over zijn eigen zorg. ‘Ik vroeg iemand gewoon of we vandaag wel of niet haren zouden wassen. Dat kan op deze afdeling niet meer. Bij mensen met dementie is het veel meer het zorgnetwerk die beslist hoe de zorg eruit ziet. Daar moest ik even aan wennen.’
Dat verschil ziet Emily ook terug in de ondersteuning die Sensire aanbiedt in de vorm van zorgtechnologie. ‘Bij mensen thuis kun je actief gebruik stimuleren van zaken als de personenalarmering, de medicijndispenser of de Compaan. Ook willen mensen vaak wel leren hoe ze met behulp van het hulpmiddel de ‘handylegs’ zelf hun steunkousen kunnen aantrekken. Maar bij wonen met zorg lukken zulke dingen niet meer. Wel gebruiken we bij een aantal bewoners een combinatie van bewegings- en beeldsensoren, zodat we ’s nachts weten of alles in orde is.’
Emily vindt het fijn altijd op haar collega’s te kunnen terugvallen. ‘Hoewel de een iets op de ene manier doet en de ander op een nét iets andere’, lacht ze. ‘Samenwerken betekent voor mij: van elkaar leren.’
De zorg komt meer en meer onder druk te staan en daardoor wordt ook mantelzorg steeds belangrijker. ‘In de wijkzorg wordt het bestellen van medicijnen in het algemeen door de familie gedaan. Ook herinner ik me een dochter die altijd ’s avonds de steunkousen van haar moeder kwam uittrekken. Maar in andere families is dat heel anders, daar vindt men het gek om voor de eigen ouders te zorgen.’
Vanuit haar eigen culturele achtergrond vindt Emily op haar beurt dát dan weer gek. ‘Ik kom uit Kenia. Bij ons is het volkomen normaal om voor je ouders of grootouders te zorgen. Hier zien mensen zorg meer als een beroep waarvoor je wordt betaald.’
Emily voelt zich vrij in haar werk. ‘Zo vind ik het prettig om te kunnen werken in mijn eigen kleding, als ik dat wil. Dat vind ik fijner, huiselijker.’
Waar ze naar haar opleiding uiteindelijk voor zal kiezen - voor wijkzorg of voor wonen met zorg - kan Emily nog niet zeggen. ‘Dat is zó’n moeilijke vraag! Het zijn echt twee totaal andere werelden. En in allebei werk ik met plezier.’